Ontdek in dit lestraject alles over bezittelijke en aanwijzende voornaamwoorden in het Engels: Waarvoor dienen ze? En hoe gebruik je ze exact?
Je krijgt eerst een duidelijk overzicht van de tijden in het Engels. Dan ontdek je alle details over de vorming en het gebruik van de verleden en tegenwoordige tijd.
Een grondige inleiding tot de modal verbs in het Engels: Wanneer gebruik je ze exact, en wat zijn de meest voorkomende modals?
Oefenen maar! Dit lestraject gidst je door het praktisch gebruik van de verschillende modal verbs in het Engels. Je leert het verschil in betekenis aanvoelen tussen:
- must, can might en may
- should, ought to en must
- must, have to, needn't, mustn't
Hoe stel je vragen in het Engels en hoe formuleer je correct de ontkennende vorm? In dit lestraject ontdek je hoe dit in zijn werk gaat voor het heden (Simple Present, Present Continuous) en het verleden (Simple Past).
Je gaat any en some nooit meer verwarren met elkaar na dit lestraject!
Verder zie je hoe je werkwoorden correct vervoegt door te leren wanneer het onderwerp enkelvoud of meervoud is. Je ontdekt dan ook meteen hoe je het meervoud van een zelfstandig naamwoord op de juiste manier vormt.
We beginnen bij het begin in dit lestraject: je ontdekt eerst wat een persoonlijk voornaamwoord - een personal pronoun - is, om dan verder te gaan met het juiste gebruik van de object pronoun, of het wederkerend voornaamwoord.
Als afsluiter krijg je alle mogelijke info over de aanwijzende voornaamwoorden - demonstrative pronouns - in het Engels.
Ontdek in dit lestraject wat onregelmatige werkwoorden zijn, hoe je een imperatief vormt, en hoe je de populaire modale werkwoorden 'can' en 'must' gebruikt.
Leer alles over de verschillende soorten voorzetsels die de Engelse taal rijk is! Er wordt in dit lestraject ook specifiek ingegaan op de voorzetsels van tijd en plaats.
All eyes on modal verb 'may' in dit lestraject! Verder kom je te weten waarin 'may' verschilt van 'can', en ook wat het verschil tussen 'can', 'could' en 'able' to is.