Catherine legt je het gebruik van het subjonctif uit.
Welkom bij WeZooz Academy
Je bekijkt een gratis preview van deze lesvideo.
Meld je aan, probeer gratis om meer te zien of koop meteen toegang.
In deze lesvideo legt Catherine je het gebruik van le subjonctif uit. Dit leerstofonderdeel behoort tot de leerstof verbes van de derde graad. Wat is dat nu precies le subjonctif en wanneer gebruik je dat? Dat kom je allemaal te weten in deze lesvideo waar Catherine een uitgebreide uitleg geeft.
Le subjonctif is een aanvoegende wijze en wordt in het Frans enkel toegepast in een bijzin. In het Nederlands gebruik je le subjonctif niet.
Le subjonctif gebruik je o.a. na bepaalde werkwoorden die iets uitdrukken in de hoofdzin. Drukt het werkwoord in de hoofdzin een wil of een verlangen uit? In het Frans spreek je dan van une volonté (een wil) en un désir (een verlangen). Dan gebruik je le subjonctif in de bijzin. Bijvoorbeeld: je veux que tu te taisses. Die ‘je veux’ drukt een wil uit, dus gebruik je le subjonctif.
LET WEL OP! Het werkwoord espérer, hopen in het Nederlands, is een uitzondering. Het drukt wel een verlangen uit, maar toch gebruik je hier l’indicatif présent in de bijzin.
Drukt het werkwoord in de hoofdzin een noodzaak of een verplichting uit? Dan gebruik je le subjonctif. In het Frans spreken we dan van een ‘une nécessité’ (een noodzaak) of ‘une obligation’ (een verplichting). Bijvoorbeeld: Il faut que tu viennes!
Als het werkwoord in de hoofdzin een appreciatie of gevoel uitdrukt, dan passen we hier ook le subjonctif toe in de bijzin. We spreken dan van een ‘un sentiment’ (een gevoel) of ‘une appréciation’ (een appreciatie). Bijvoorbeeld: Elle est contente que tu sois là.
Een vierde voorbeeld waar le subjonctif gebruikt wordt, is als het werkwoord in de hoofdzin een twijfel of een onzekerheid uitdrukt, ‘un doute’ (een twijfel) en ‘une incertitude’ (een onzekerheid). Bijvoorbeeld: Je doute qu’il dise la vérité.
De vijfde en laatste uitdrukking van een werkwoord in de hoofdzin die de bijzin verandert naar een subjonctif is een mogelijk- of onmogelijkeid. Vertaalt naar het Frans ‘une possibilité) of ‘une impossibilité). Bijvoorbeeld: Il est (im)possible qu’il s’en aille.
Naast werkwoorden die iets uitdrukken zijn er ook bepaalde voegwoorden die automatisch gevolgd worden door un subjonctif. Als je deze woorden ziet staan, volgt er altijd un subjonctif. Deze moet je vanbuiten leren. De voegwoorden zijn onderverdeeld in vier categorieën. We lijsten ze even kort op:
Voegwoorden die betrekking hebben op tijd en leiden tot le subjonctif zijn ‘avant que’, ‘en attendant que’ en ‘jusqu’à ce que’.
Voegwoorden die een betrekking hebben tot een doel en resulteren in een subjonctif zijn ‘afin que’ en ‘pour que’. De betekenis is voor beide woorden hetzelfde nl. opdat
In deze categorie zijn er twee voegwoorden die leiden tot een subjonctif nl. ‘à condition que’ en ‘a moins que’. Het eerste betekent op voorwaarde dat en het tweede tenzij.
De laatste categorie zijn de voegwoorden van manier. Hier is één voegwoord dat leidt tot een subjonctif en dat is ‘sans que’. Dit betekent zonder dat in het Nederlands.
Op zoek naar nog meer lesvideo's over les verbes in de derde graad. Bekijk zeker dan de overzichtspagina.