Fysica 3de graad

Werner toont je in deze video de formule van arbeid! (3de graad)

Wanneer spreek je van arbeid? En hoe bereken je de formule van arbeid? Aan de hand van enkele proefjes maakt Werner het je helemaal duidelijk!

1. Een voorwerp met een massa van 100 kg ondervindt een kracht van 2000N die ervoor zorgt dat het voorwerp zich verplaatst over 30m. Maar er is een hoek van 20° tussen de zin van de kracht en de zin van de beweging. Wat is dan de geleverde arbeid?

Werner berekent de arbeid via de oppervlaktemethode! (3de graad)

Wat gebeurt er met de arbeid als de kracht toeneemt? Hoe kan je de arbeid in dit geval berekenen? Werner legt het je uit in deze video!

1. Een voorwerp ondervindt een kracht zoals weergegeven in onderstaande figuur. Wat is de geleverde arbeid?

Werner toont je in deze video het verband tussen arbeid en energie. (3de graad)

Arbeid en energie hebben veel met elkaar gemeen! Dat bewijst Werner aan de hand van een proefje met de veer!

1. Een kracht van 2000N werkt op een voorwerp van 100kg over een afstand van 30m. Als het voorwerp uit stilstand vertrekt, wat zal dan zijn snelheid zijn na die afstand van 30m?

1. Ik trek de slee van mijn neefje met een constante snelheid voort. Hiervoor moet ik een kracht uitoefenen van 150 Newton. Het touw waarmee ik trek, maakt een hoek van 20,0° met het horizontale vlak. Hoeveel arbeid verricht ik indien ik dit 500 meter doe?

2. In de figuur zie je de kracht die uitgevoerd wordt, over een bepaalde afstand. Bereken de arbeid die men verricht gedurende deze verplaatsing.

   

3. Een eenvoudige slinger, bestaande uit een massa m, is vastgemaakt aan een touw van 1,5 m lengte. Als de massa horizontaal wordt gehouden en dan losgelaten, wat zal dan de snelheid zijn wanneer de slinger door het onderste punt gaat?