Wiskunde 1ste graad A

Liesbeth vertelt je in deze video hoe de omtrek van een driehoek en de vierhoeken kan berekenen. (1ste graad)

Wat is de omtrek van een driehoek en een vierhoeken? Kom het allemaal te weten in deze lesvideo wiskunde.

1. Een parallellogram heeft een zijde die 5 cm lang is, en een zijde die 7 cm lang is.

   Wat is de omtrek van dit parallellogram?

2. Bereken de omtrek van volgende driehoek:

    

    

Bart geeft je in deze video alle formules voor het berekenen van de oppervlakte van driehoeken en vierhoeken. (1ste graad)

Bart vertelt ons welke formule we moeten kennen om oppervlakte van driehoeken en vierhoeken te kunnen berekenen. Als we deze ene basisformule voor de oppervlakte kennen, kunnen we de andere formules afleiden.

1. Een ruit heeft een grote diagonaal van 6 cm en een kleine diagonaal van 5 cm.

   Wat is de oppervlakte van deze ruit?
   Antwoord met een natuurlijk getal, bijvoorbeeld 20.

2. Een rechthoekige driehoek heeft zijden van 3, 4 en 5 cm. Wat is de oppervlakte van deze driehoek?

Bart geeft zich in deze lesvideo helemaal in een wielerwedstrijd. (1ste graad)

Bart geeft ons de formule voor de omtrek en oppervlakte van een cirkel. Hij legt dit uit aan de hand van een voorbeeld. Ook bespreekt hij het getal pi i.v.m. berekeningen op de rekenmachine.

1. Wat is de omtrek van een cirkel met een straal van 4 cm?

   (Rond je antwoord af op nul cijfers na de komma, zodat je een natuurlijk getal krijgt.)

2. Wat is de oppervlakte van een cirkel met straal 10 cm?

   Rond je antwoord af op 0 cijfers na de komma zodat je een natuurlijk getal krijgt.

1. Een rechthoek heeft een zijde die 7 cm lang is, en een zijde die 3 cm lang is.

   Wat is de omtrek van deze rechthoek? 

    

2. De diameter van een geldstuk is 24 mm. Bereken de omtrek tot op 1 mm nauwkeurig.

3. In een rechthoekige kamer van 4,5 m op 5 m wil een schilder het plafond schilderen.

   Om te weten hoeveel verf hij nodig heeft, moet hij de oppervlakte van het plafond berekenen. 

   Help de schilder!