Frans 1ste graad A

Marij heeft het in deze video over de werkwoorden op -IR in het Frans. (1ste graad)

Hoe vervoeg je de werkwoorden of verbes op -IR in het Frans? Marij vertelt je kort en bondig iets over deze bijzondere groep!

Marij legt je in deze video uit wat er nu precies zo bijzonder is aan werkwoorden of verbes zoals sentir. (1ste graad)

Wat is er zo speciaal aan een werkwoord als sentir? Marij neemt in deze video 1 van de 3 groepen werkwoorden of verbes op -IR onder de loep.

1. Verbind het juiste onderwerp met de passende werkwoordsvorm.

Marij legt je in deze video uit wat er nu precies zo bijzonder is aan werkwoorden of verbes zoals finir. (1ste graad)

Wat is er zo speciaal aan een werkwoord als finir? Marij neemt in deze video 1 van de 3 groepen werkwoorden of verbes op -IR onder de loep.

1. Vul aan: Nous ..................... notre travail à 16h. (finir)

2. Vul aan: Mon chien a ............... beaucoup. (grandir)

3. Vul aan: Einstein est un homme très intélligent. Il .............. beacoup. (réfléchir)

Marij legt je in deze video uit wat er nu precies zo bijzonder is aan werkwoorden of verbes zoals ouvrir. (1ste graad)

Wat is er zo speciaal aan een werkwoord als ouvrir? Marij neemt in deze video 1 van de 3 groepen werkwoorden of verbes op -IR onder de loep.

1. Vul aan: Pendant la guerre, beacoup de gens ont ...................... (souffrir).

2. Vul aan: Nous ................ notre aide à cette vieille dame. (offrir)

3. Vul aan: Il fait chaud ici! Davey, ............... la fenêtre s'il te plaît! (ouvrir)

1. Vervoeg het werkwoord (noteer ook het onderwerp):

   Vous (partir)

    

2. Vervoeg het werkwoord (noteer ook het onderwerp):

   Les élèves (remplir) 

    

3. Vervoeg het werkwoord (noteer ook het onderwerp):

    Cette fille (rougir)